©  Annemarie Broek 2022
De geschiedenis van Dusty Springfield
Inleiding
Rond 1960 bestormde een Britse folkgroep de hitparades: The Springfields. Silver Threads And Golden Needles kon mij niet bekoren evenmin als Dear Hearts And Gentle People.
In 1963 kwam hun nummer Island Of Dreams voorbij op het krakerige radiootje dat ik boven op mijn slaapkamer koesterde als mijn grootste schat. Not my cup of tea, vond ik. The Springfields brachten een nasaal Amerikaans geluid voort dat mij te veel deed denken aan de muziek uit Nashville, die ik met alle kracht van mijn puberale overtuigingen hartgrondig haatte.
Maar toen.
Na de intro kwam er een korte instrumentale break om ruimte te scheppen voor de solo.
Ik kon mijn oren niet geloven! Een schitterende fraai omfloerste stem met een geheel eigen klank verraste mijn oren. Zo kon je dus ook zingen! Elke keer dat ik het liedje hoorde, maakte het weer die verpletterende indruk. Die emotie voel ik nog steeds als ik het nummer hoor.

Jeugd van Dusty
Dusty Springfield werd op 16 april 1939 geboren als Mary Isobel Catherine Bernadette O’Brien. Met haar katholieke Iers-Schotse ouders woonde zij in West Hampstead, Londen. Zij was een echte wildebras die met de jongens uit de buurt op straat voetbalde. Omdat zij daarna altijd vies en vuil thuiskwam, werd ze Dusty (stoffig) genoemd. Haar vader was overigens trots op de muzikale kwaliteiten van zijn dochter en raadde haar aan om te gaan zingen. Beïnvloed door Peggy Lee, Judy Garland en Amerikaanse jazz mocht Dusty op twaalfjarige leeftijd een grammofoonplaatje opnemen. Het werd When The Midnight Choo Choo Leaves For Alabam van Irving Berlin. Het singletje zou later een zeer gewild collectors item worden.

Muzikale start
The Lana Sisters timmerden al enige tijd lang met succes aan de weg. Toen zij in 1958 op zoek gingen naar een nieuwe zangeres, meldde Mary O'Brien zich aan. En hoewel de dames niet erg onder de indruk waren van Mary (het was een lieverd, maar ze kwam nogal onhandig over) en haar uiterlijk te wensen overliet (ze was gezegend met een royale en brede, in het oog springende onderkaak), twijfelden de Sisters niet over haar vocale capaciteiten. Iris en Lynne, haar nieuwe collega's, sleutelden aan haar uiterlijk en podiumpresentatie. Daar leerde Dusty hoe ze zich op het podium moest presenteren. 
The Lana Sisters bestonden vanaf dat moment uit Iris Long (later bekend als Riss Chantelle), Lynne Abrams en Mary O’Brien. Hun sound had wel wat weg van de Andrews Sisters. En hoewel de groep nooit grote hoogtes in hun carrière kende, traden de dames regelmatig op in Ready Steady Go, op Amerikaanse luchtmachtbases in Europa en zelfs in Amerika. Hun grootste roem vergaarden zij als 'supporting act' voor Nat King Cole.

The Springfields
In 1960 stapte Dusty uit de groep om met haar broer Dion O'Brien (die zich vanaf toen Tom Springfield noemde) en Tim Feild (later vervangen door Mike Hurst) het trio The Springfields te vormen. Grootste hits: Silver Threads And Golden Needles en Island Of Dreams.

Solocarrière
Het succes van dit nummer bracht de zangeres, die zich inmiddels Dusty Springfield was gaan noemen, ertoe een solocarrière te beginnen. Haar eerste single, I Only Want To Be With You, was al direct een succes met een vierde plaats in de Britse hitparade. Het werd geschreven en geproduceerd door Ivor Raymonde, die zijn sporen in de muziek al ruimschoots had verdiend en Dusty’s carrière zou blijven begeleiden tot zij de muzikale oversteek naar Amerika maakte.
In 1965 nam ze vanuit het San Remo festival het nummer Io Che Non Vivo Senza Te mee. Het zou vertaald als You Don't Have To Say You Love Me de eerste plaats in Engeland bereiken.  
Enkele jaren later werden Dusty’s talenten ontdekt door platenmaatschappij Atlantic. Er volgde een in Memphis en New York opgenomen album Dusty in Memphis in maart 1969. Veel van deze liedjes worden speciaal voor Dusty geschreven door het beroemde duo Burt Bacharach & Hal David.
De verwachtingen waren hoog gespannen maar het commerciële succes bleef uit. Maar Dusty had zich in Amerika gevestigd en zou daar nog een aantal jaren blijven wonen en werken.
In januari 1974 werd het tien jaar oude Summer Is Over in Nederland een bescheiden hit doordat Radio Veronica het met de stem van Patricia Paay gebruikte bij acties voor het behoud van de zeezender.

Dusty privé
Dusty was van oudsher een dankbare prooi voor de roddelpers dank zij haar onuitstaanbare temperament en gedrag, wat toegeschreven werd aan premenstruele spanningen en haar biseksuele geaardheid. Dat mocht in die dagen voor dames nog niet. Zij raakte in de loop van haar leven verwikkeld in een aantal heftige damesrelaties vol drank, drugs en gewelddadigheid.
Zij onderscheidde zich duidelijk van haar collega-zangeressen als Lulu, Sandy Shaw en Cilla Black, door de omvangrijke pruiken die ze droeg en haar zwaar opgemaakte panda-ogen. Zo bleef haar brede kaaklijn onopgemerkt en zag niemand hoe klein ze in feite was. Daarnaast droeg zij flamboyante, zij het niet even smaakvolle, kleding. Maar dat doet op geen enkele manier afbreuk aan haar enorme zangtalent.

Late carrière
Verder bleef het stil rond haar persoon totdat de Pet Shop Boys haar medewerking vroegen voor hun studio-album Actually. Dusty was terug in de schijnwerpers en uit de vruchtbare samenwerking met de Pet Shop Boys kwamen nog twee hits voort, namelijk Nothing has been proved en In Private.
Ziekte en overlijden
Medio negentiger jaren werd bij haar borstkanker geconstateerd. Vlak voor haar dood kreeg ze een hoge Britse onderscheiding en werd ze opgenomen in de Rock&Roll Hall of Fame. 
Na een aanvankelijke opleving overleed zij aan de gevolgen van haar ziekte op 2 maart 1999.
Dusty was een rijke bron van inspiratie voor Britse zangeressen als Duffy, Adele en Amy Winehouse.
Uit de berichten op haar facebook-pagina, waar vrijwel dagelijks nieuwe berichten op verschijnen, kun je opmaken dat Dusty Springfield nog lang niet vergeten is.
Een keuze uit haar grootste hits
I Only Want To Be With You, 1963
Stay Awhile, 1964
Wishin' And Hopin', 1964
I Just Don't Know With To Do with Myself, 1964
In The Middle Of Nowhere, 1965
Little By Little, 1966
Goin' Back, 1966
I Close My Eyes And Count To Ten, 1968
Son Of A Preacher Man, 1968
What Have I Done to Deserve This, 1987
Nothing Has Been Proved, 1989
In Private, 1990
 
Tom Springfield
Na het uiteengaan van de originele Springfields ontfermde Dusty’s broer Tom (geboren als Dionysius P. A. O’Brien) zich over de Australische folkgroep The Seekers met Judith Durham als leading lady. Zij scoorden een aantal hits, waaronder I’ll Never Find Another You”, “A World of Our Own”, en “The Carnival Is Over”. “Island of dreams” vertolkten ook zij. Op internet loopt een controverse over de betere versie: Dusty of Judith.
Geef mij die van Dusty maar.
 
Tim Feild stortte zich na zijn muzikale carrière op de spiritualiteit, met name het Soefisme, en schreef daar talloze boeken over.
 
Mike Hurst formeerde na de Springfields in 1964 The Methods, met Jimmy Page, Albert Lee en Tony Ashton aan boord. Allemaal toonaangevende muzikanten uit die tijd. 
Hij verdiende zijn sporen ook als producer voor Andrew Oldham en Mickie Most. Hij was nauw betrokken bij de carrières van onder andere Marc Bolan, Cat Stevens, P. P. Arnold, The Move, Manfred Mann en de Spencer Davis Group.
Later werkte hij met grootheden als Ian Pace, Rod Argent, Nicky Hopkins en Cilla Black. Hij stichtte Rock Schools voor de jeugd,
En in 2015 richtte hij The New Springfields op met Andy Marlow en Alice Pitt Carter.
 
Annemarie Broek, januari - mei 2023